© Cillian O'Neill

Vogels

Bromvlieg & Universiteit Antwerpen

“Je zou het niet denken maar sommige stukjes van mijn lichaam zijn zacht. Toch zacht genoeg. En als je ze te hard vindt ga je gewoon weer ergens anders liggen.”

Dit is een momentopname van een uitgedroogde ochtend. Een schets van mensen die verlangen, maar niet noodzakelijk naar hetzelfde. Ze hebben niet veel met elkaar te maken, afgezien van de ruimte die ze delen en de flessen die ze afgelopen nacht samen hebben leeggedronken. Deze vijf mensen gaan vandaag niet naar huis. Niet iedereen hoeft altijd naar huis te gaan. In elkaar hopen zij troost en herkenning te vinden. Herkenning betekent: jezelf in een ander terugvinden. Eenzaamheid treedt op wanneer je het overzicht over je eigen lichaam kwijt bent geraakt. Wanneer je niet meer weet waar je ledematen in je romp overgaan. Deze mensen zoeken zichzelf en stoten op elkaar. En in dat botsen gaat het over seks en over schaamte. Over koppigheid, eenzaamheid en ruimdenkendheid. En waar die drie elkaar uitsluiten en tegemoetkomen. Dit is een momentopname van vijf herinneringen aan een gedeelde avond en van vijf versies van klein en groot verlangen.

“Als mensen drinken, mag alles. Dan kan je alles aan dat drinken wijten. Dan zijn mensen geen mensen meer en ben je dus aan niemand menselijkheid verschuldigd.”

TEKST Moya De Feyter
REGIE Martijn Gielen
SPEL Maxime Van Steen, Thomas Claessens, Irene de Gussem, Ellis Meeusen & Jeroen Meylemans
EEN PROJECT VAN Bromvlieg & Universiteit Antwerpen, i.s.m. Theater Zuidpool