Meer blog

“Je kan niet anders dan parallellen zien met wat er vandaag gebeurt”

17/09/2024

Weinig mensen hebben het gezicht van Antwerpen zo bepaald als Gilbert van Schoonbeke (1519-1556). Zonder van Schoonbeke geen Stadswaag en geen Graanmarkt, geen Eilandje en geen Vrijdagmarkt. Tegelijk blijft hij een enigma waarover de meningen meer dan ooit verdeeld zijn. Zuidpool werpt een licht op de man en zijn werken, en op de stad van toen en nu. Journalist Jan Dertaelen sprak met Jorgen Cassier, Josse De Pauw en Koen van Kaam over de nieuwe voorstelling Monopolis (excès, abuz et maléfices).

Wie was Gilbert van Schoonbeke? Wat was er zo uitzonderlijk aan hem?

Koen van Kaam (concept en regie): “Hij had een idee dat best nieuw was voor zijn tijd. Van Schoonbeke was niet meer en niet minder dan een projectontwikkelaar avant la lettre. In zijn tijd waren er nog veel lege plekken in de stad, denk aan schuttershoven, bleekvelden en veeweiden. Hij kocht die gronden op, zorgde ervoor dat er woningen op gebouwd werden en organiseerde per project een commerciële activiteit. Door die commerciële invulling werd het interessant om er te gaan wonen en raakten de huizen sneller verkocht.”

“Hij bediende zich dus van exact dezelfde methodes als de projectontwikkelaars vandaag de dag. Omdat hij van zowel de woningen als de handelsactiviteit steeds een procentje opstreek, werd hij al snel stinkend rijk. Hij was geen architect. Hij heeft zelf nooit iets gebouwd. Hij bedacht het concept en bouwde zo een monopolie uit.”

Josse De Pauw (tekst en spel): “Hij was 25 toen hij aan zijn eerste project begon. Uiteindelijk heeft hij maar twaalf jaar gewerkt, maar in die korte tijd heeft hij het gezicht van Antwerpen bepaald, zelfs tot op de dag van vandaag. Die man heeft zoveel verwezenlijkt dat ik het niet kan laten om er bewondering voor te voelen, ook al was zijn manier van aanpakken niet altijd koosjer. Hij liet zich verleiden tot corruptie, en heeft bepaalde machten in de stad gebroken om zelf meer macht te verwerven.”

Jorgen Cassier (concept, compositie en muziek): “We weten wel wat hij gedaan heeft, maar eigenlijk niet wie hij was. Er is ontzettend veel materiaal overgeleverd in de vorm van rekeningen, begrotingen en aankoopbewijzen, maar er is zo goed als niets bekend over hem als persoon. Je kan alleen maar afgaan op wat hij deed, en het beeld dat je dan van hem cultiveert is pure speculatie.”

Hij staat bekend als de ‘meliorator van Antwerpen’, de man die de stad beter maakte. Had hij iets van een utopist? Wilde hij van Antwerpen een ideale stad maken?

Koen: “Een utopist was hij niet. Hij streefde naar efficiëntie. Hij wilde geen mooiere of betere stad creëren, maar wel een stad die soepeler functioneerde. Het was zijn obsessie om alles op zo’n manier te stroomlijnen dat het ook meer geld zou opleveren. Hij heeft Antwerpen op een radicale manier geïnnoveerd, maar tegelijk hebben de inwoners en het algemeen belang daar niet echt van geprofiteerd.”

Jorgen: “Van Schoonbeke was er vooral op gebrand de dingen ten gelde te maken. Hij leefde zich uit in een ongebreideld kapitalisme waarbij hij aan alles geld wist te verdienen en overal zijn macht wist te consolideren.”

“Het is pas recent dat ik ben beginnen beseffen wat die Gouden Eeuw van Antwerpen betekende. Je moet je New York of Tokio voorstellen. Het was de stad waar iedereen wilde zijn, waar het geld verdiend werd, waar alles gebeurde en alles in beweging was. Eerder dan een betere wereld te willen creëren, was het die dynamiek waar hij op inspeelde.”

Josse: “En het was vooral ook dankzij die dynamiek dat iemand als Gilbert van Schoonbeke kon opstaan. Alles stond voor hem in het teken van doelmatigheid, en in die zin doet hij me wel wat aan onze huidige burgemeester denken. Die lijkt zich ook obsessief met efficiëntie bezig te houden, zelfs wanneer het op den duur niet meer ethisch te verantwoorden valt. Kijk naar wat er gebeurt met plekken als het Begijnhof in de Rodestraat en Ercola in de Wolstraat. Het Antwerpse patrimonium staat daar in de uitverkoop, alleen maar omdat het allemaal efficiënter — begrijp: lucratiever — moet worden.”

Koen: “Toen van Schoonbeke de toestemming kreeg om de stadsomwalling te bouwen, zorgde hij ervoor dat het hele productieproces in zijn handen kwam, van het ontginnen van klei, kalk en turf en het produceren van bakstenen tot het tewerkstellen van arbeiders voor de ‘werf van de eeuw’. Hierbij liet hij de Antwerpse gildes vaak links liggen voor goedkopere werklieden van buiten de stad. Hij verwierf een monopoliepositie en verdiende dus aan alles. Doordat hij dat op zo’n grote schaal deed, werkte het op den duur ontwrichtend voor de stad. Dat is ook de reden waarom de inwoners zich tegen hem hebben gekeerd en hij uiteindelijk is verbannen. Later werd hij wel in ere hersteld, maar kort na zijn terugkeer is hij op veel te jonge leeftijd overleden.”

Waarom wilden jullie een voorstelling maken rond die figuur van van Schoonbeke?

Koen: “We werden ons meer bewust van het belang van van Schoonbeke toen er een storm losbrak over enkele schilderijen die waren weggehaald uit de trappenhal van de Arenberg. Op een van die doeken stond van Schoonbeke afgebeeld. Een aantal mensen van N-VA waren erop gebrand dat hij zou terugkomen, omdat ze vonden dat de geschiedenis werd verloochend.”

“Als reactie op de ophef over de Arenberg vroeg Michael Van Peel zich in De Standaard af wie die van Schoonbeke in godsnaam was en waarom die man hem zou moeten interesseren. Hij vond dat die geschiedenis geen belang meer had. Knack-journalist Stijn Tormans heeft hem toen van antwoord gediend met een open brief waarin hij Michael uitlegde waarom dit verhaal belangrijk is voor de stad waarin hij woont, werkt en leeft.”

“Er waren in die periode heel wat discussies over het maken van canons en opvoedkundige televisieprogramma’s over nationale geschiedenis. Van zodra je de geschiedenis voor je kar probeert te spannen, creëer je echter een gekleurd, eenzijdig en dus foutief beeld. Daarom leek het ons interessant om ons af te vragen in hoeverre we in staat zijn de geschiedenis te duiden zonder ze te recupereren.”

“Je zou van Schoonbeke kunnen zien als een maffiose, kapitalistische geldwolf, maar ook dat is een vooringenomenheid. Je kan het alleen maar over van Schoonbeke hebben als je tegelijk ook nadenkt over zijn tijd, de stad die Antwerpen toen was, en de omstandigheden waarin zijn carrière mogelijk was. Als je voeling krijgt met die complexiteit, kan je ook op een genuanceerdere en meer empathische manier beginnen nadenken. We hebben wat dat betreft veel gehad aan onze gesprekken met professor Hugo Soly — een autoriteit op het vlak van de Gouden Eeuw van Antwerpen.”

Jullie brengen deze voorstelling vlak voor de gemeenteverkiezingen. Vanwaar die timing?

Jorgen: “Je kan niet anders dan parallellen zien met wat er vandaag gebeurt. In die zin vertelt deze voorstelling misschien wel meer over het heden dan over de Gouden Eeuw van Antwerpen. Projectontwikkelaars zijn nog altijd oppermachtig, er worden nog altijd percentjes uitgedeeld aan het stadsbestuur, het is nog altijd een geregel en gedoe achter de schermen.”

“Je wordt vaak in de waan gelaten dat jij degene bent die bepaalt hoe de dingen gaan, dat jij het zelf bent die de wereld om je heen maakt en vormgeeft. In die zin is democratie iets heel ambigu’s, want de echte beslissingen worden niet in het stembureau gemaakt maar in achterkamertjes. In tijden van verkiezingen is het heel goed om je ervan bewust te zijn dat veel dingen voor jou beslist worden en dat de macht in handen van een selecte club ligt.”

Koen: “Om die reden vonden we het een goed idee om voorafgaand aan de verkiezingen mensen eens te laten samenkomen om na te denken over wat stadsontwikkeling nu eigenlijk is of zou moeten zijn. Zuidpool ligt trouwens in de Lange Noordstraat, een straat die door van Schoonbeke is ontwikkeld. We zitten hier midden in zijn nalatenschap.”

Hoe pak je dat aan in een voorstelling? Op welke manier creëer je dat gevoel van een samenkomst in de theaterzaal?

Koen: “Om te beginnen richten we onze zaal in als een salon: de tribune wordt weggehaald, het publiek zal rond tafeltjes zitten verspreid over de zaal en er is een bar waar je iets kunt bestellen. De voorstelling wordt niet alleen een samenkomst van mensen, maar ook van de kunsten: er wordt gezongen, verteld, gemusiceerd en geschilderd.”

Josse: “Ik heb vijf liedteksten geschreven over de belangrijkste verwezenlijkingen van van Schoonbeke. Jorgen en Kaat Hellings zetten die op muziek en Lore Binon zal ze zingen. Ik vond het interessant om in mijn teksten een verbinding te leggen met de vroegere marktzangers die op drukke openbare plaatsen hun liederen brachten, en daarin ook commentaar gaven op wat zich in de maatschappij afspeelde. Mijn liederen gaan over de stad van gisteren en vandaag, en proberen iets te vertellen over de mens van toen en nu, die in wezen niet veranderd is.”

Jorgen: “We vonden het belangrijk om er ook een schilder bij te betrekken. Ook in de zestiende eeuw was de schilderkunst niet alleen gericht op schoonheid en vermaak, maar verschafte ze vaak een kritische blik op de maatschappij. Dat vonden we terug in het werk van Nick Andrews. Je voelt de stad in zijn werk, of hij nu grote mensengroepen in klassieke opstellingen schildert, of individuen in hun eenvoud en knulligheid. Bovendien is hij een erg genereuze schilder, zowel in zijn onderwerpkeuze als in zijn kleurgebruik en zwierigheid. Die overdaad leek ons helemaal op zijn plaats in deze voorstelling. Ze sluit mooi aan bij het flamboyante van het tijdperk waar we het over hebben.”

Koen: “Nick zal niet alleen iedere avond live een werk maken, we hebben hem ook gevraagd om onze zaal met zijn schilderijen in te richten als een zestiende-eeuwse Wunderkammer. Op die manier komt alles dus samen: theater, schilderkunst en muziek. Antwerpen is een stad met een indrukwekkende kunstgeschiedenis en een rijke hedendaagse artistieke scene. Alleen heeft ze die de voorbije jaren niet zo goed gesoigneerd. Daarom willen wij de kunsten vieren. Als een statement.”

Het zal dus over veel meer gaan dan enkel Gilbert van Schoonbeke?

Koen: “Inderdaad. Initieel waren we vooral benieuwd naar die figuur van van Schoonbeke, maar ondertussen gaat de voorstelling over veel meer. We willen nadenken over verschillende vragen: wat is een stad, hoe is het om erin samen te leven, wat is je eigen plek in die stad en hoe verhoud je je tot de ander, niet alleen tot je tijdgenoten maar ook tot de mensen die hier de voorbije eeuwen hebben geleefd? Hoe werkt het geheugen van een stad?”

“Ik vind het erg interessant om na te denken over hoe wij in verbinding staan met mensen die ons zijn voorafgegaan en die onder onze voeten begraven liggen. Waar waren zij mee bezig, en wat is de waarde daarvan voor mij nu in het heden? Wat beteken ik zelf voor de mensen die na mij zullen komen?”

Hoe moeten we ons dan verhouden tot het verleden? Roept het ons op tot een zekere nederigheid?

Josse: “We hebben vaak het hoogmoedige idee dat de tijd waarin we leven de tijd is waarin het allemaal gebeurt. Men gaat er altijd maar vanuit dat de mensen uit het verleden allemaal dommeriken waren en dat wij hen overstijgen. Dat is belachelijk want het gaat er nu net hetzelfde aan toe als toen. De mens is au fond niet veranderd.”

Koen: “Als je ervan uitgaat dat je identiteit mee wordt opgebouwd door de herinneringen die je met je meedraagt, en dat je gedrag mee wordt bepaald door dingen die je zijn overkomen in het verleden, dan is het toch een absurd idee om te denken dat je de banden daarmee zomaar kan doorknippen? Ook de samenleving wordt gedragen door haar verleden. Het verleden is alomtegenwoordig en bepaalt mee het heden. Je moet weten waar je vandaan komt om te begrijpen wie je bent.”

Josse: “Helemaal mee eens. Het zou goed zijn als we ons daar meer bewust van werden. We moeten het verleden waar we trots op zijn niet onaantastbaar opbergen in een glazen kast, maar we mogen de fouten van het verleden ook niet proberen te ontkennen. Je kan er niet omheen dat ook de donkere passages deel uitmaken van je geschiedenis. Maar hoe ga je ernaar kijken, wat ga je erover zeggen, welk liedje wil je erover maken? Hoe schilder je, schrijf je, en zing je nu, hier in het heden, wetende wat er zich in het verleden heeft afgespeeld?”

Monopolis (excès, abuz et maléfices) is te zien in Zuidpool op 03, 04, 05, 09, 10, 11 en 12/10/2024.